36, Antwerpen, Come Home (2010)

Ik ben officieel oud.

Begin deze maand kwam ik deze wedstrijd tegen op het internet: 'schrijf een songtekst voor Amatorski'.  De groep had een woordeloze demo gemaakt en daar kon je lyrics voor schrijven. Die opdracht zei me wel wat en op een vrije namiddag ging ik aan de slag. Ik kocht een aantal magazines in de IMS op de Melkmarkt ter inspiratie en begaf mij naar de Normo voor een lekker koffietje. Daar las ik een artikel over Portugese vrouw die wegens de aanhoudende crisis verhuisd was naar Angola, een vroegere kolonie van Portugal. Haar vriend bleef achter in Lissabon. Een beetje de omgekeerde beweging. Na de laatste slok koffie fietste ik naar mijn voortuin en ging ik op een bank zitten in het zonnetje. Ik schreef de tekst waarvan ik dacht dat ik hem ging insturen voor de wedstrijd.

's Avonds las ik nog even de wedstrijdvoorwaarden online. En wat bleek? De deelnemers moesten tussen 18 en 35 jaar oud zijn! Dat kwam ik te weten enkele dagen na mijn 36e verjaardag. Pijnlijk.

Die wedstrijd zal ik dus niet winnen. Maar kom, hier toch mijn tekst:

wie denkt eraan om mij te zijn
ik wil zo graag
vluchten naar huis
maar het is hier beter

het spijt me zo om mij te zijn
ik kan niet meer
hier is het
jij in dat arm land

we zien hetzelfde water
jij verdient minder
ik wil minder maar kan niet meer

we zien dezelfde zon
ik mis jouw regen
blijf wachten, ongeduldig

kon hier maar bij jou zijn
de toekomst lacht ons uit
kon ik maar meer
de schuld geven

aan de banken


Zou dat niet mooi passen bij zo'n mooi nummer als Come Home?








36, Lopen in Spoor Noord op Antwerpse muziek (2012)

Welkom bij deel twee van mijn blogpost over lopen in Spoor Noord. Wie deel één wil lezen die klikt eerst door naar de website van De Nieuwe Antwerpenaar.

Kijk maar hoe mooi lopen in Spoor Noord kan zijn:




En de waarom van de muziek:

T.M.L - Flying Horseman
Rustig beginnen is half gewonnen. 

Always On The Run - Admiral Freebee
Spreekt voor zich. Op gang komen met de admiraal.


Champagne - Millionaire
Het tempo stijgt met een geweldig energiek nummer van Millionaire. 

Soft Foot Shuffle - Magnus
Hef de knieën op dit fijn Antwerps dansplaatje.

There Will Be No Next Time - The Kids
Lopen alsof het de laatste keer was.


Hot Hotter Hottest - Zita Swoon
En we krijgen het warm. Heel warm. 


Shewolf - Intergalactic Lovers
Doe alsof Lara van Intergalactic Lovers 100 meter voor u loopt en probeer haar in te halen.

Beegee - Dead Man Ray
Eén simpele riff. Meer heeft Dead Man Ray niet nodig om u in de pas te houden.

Penetrator - Kiss My Jazz
Blijven swingen.

Cargo - Mintzkov
Als u nu net de Cargo passeert dan is dit toch een geweldig symbolisch nummer, niet?

Beyond Repair - The Sore Losers
Loop die benen kapot tot ze beyond repair zijn. 


My Crucified Jesus - Ferre Grignard
Laat u moed inspreken door deze legendarische Antwerpse blueszanger.


What Does It Mean? - Bed Rugs
Als u de zin van het lopen begint in twijfel te trekken, niet doen! Blijven gaan, hop hop!


Feverjam - Ashbury Faith
Een adrenalinestoot van jewelste. U zal het ondertussen wel nodig hebben.

Fell Off The Floor Man - dEUS
De laatste loodjes. Laat die tempowisselingen van dit nummer u inspireren om vol te houden.




Black Hole - Blackie And The Oohoos
Proficiat, u hebt het gehaald! Uitlopen met dit rustig nieuw liedje. 


35, Borgerhout, There's A Riot Going On (2012)


Dankzij een gouden tip begaf ik mij afgelopen donderdag tussen de regenbuien door niet naar CC Deurne voor de voorstelling 'Ontembare Stad' van het Martha!Tentatief maar naar Trix voor het concert van Monophonics uit San Francisco, Californië. Deze zeskoppige groep speelde daar boven in de Trix Bar. Ik was daar, shame on me, nog nooit geweest. Maar ik kom nog terug. De sfeer van een rokerig, intiem café (zonder de rook dan.) De perfecte omgeving voor een optreden van een groep die ervoor gaat. 



En gaan, dat deden ze, de Monophonics. Van bij de eerste noot was de hele zaal mee met de brullende stem van de zanger die ook de keyboards geselde, de krachtige uithalen van de blazers (trompet en sax) en de solerende gitarist. Moderne soul, om het met een lelijke term te benoemen. Ze kennen hun klassiekers want na een kleine pauze speelden ze de rest van de avond vol met eigenzinnige covers van Aretha Franklin, Al Greene en Syl Johnson. Topconcert van een band waar ik nog nooit van gehoord had. Altijd fijn.

In de grote zaal speelde tegelijkertijd Ultravox. Ja, die van Vienna (brul mee: this means nothing to me!). Ik ben blij dat ik boven stond. Zo blij dat ik ondertussen de laatste plaat van Monophonics heb gekocht. Zoals zo vaak klinkt de plaat wat braver en minder vuil maar op een regenachtige zaterdagmiddag ken ik veel slechtere dingen om op te leggen. 

Oh ja, grappig: tijdens mijn online zoektocht naar info over de band kwam ik dit tegen. De ideale setlist voor een optreden. Scroll zeker naar beneden voor de clou en voor de video van "There's A Riot Going On". 














35, Los Angeles, Quicksilver (1954)

Ongelooflijk hoe snel je uit de vakantiesfeer bent en je leven weer routineus draait rond de vragen 'is er nog brood?' en 'zou het nog stoppen met regenen vandaag?'. Hoog tijd om nog eens een herinnering op te halen aan onze fantastische Amerikareis! Deze herinnering begint zowaar in Oostende.

Daar bezocht ik 2,5 jaar geleden een tentoonstelling over het leven en werk van James Ensor. Vroeger hadden wij een dik boek over deze schilder en ik herinner mij dat ik daar vaak in gebladerd heb, niet goed vattend wat ik zag maar het liet wel een indruk na. En die tentoonstelling in Oostende was ook indrukwekkend. Eén minpunt: zijn bekendste en belangrijkste werk 'De Intrede van Christus in Brussel' was er niet te zien en dat vond ik oprecht spijtig want dat schilderij was mij het meest bijgebleven van het boek.

2,5 week geleden reden we in onze Chevrolet van het Griffith Park Observatory Centre (daar waar je de Hollywood-letters kan zien) naar The Getty Museum. Dwars door LA, in hels verkeer. We waren blij en opgelucht toen we eindelijk de parking van het museum binnen reden. We werden nog blijer toen we op het trammetje zaten dat ons naar het museum zelf bracht want dat is een leuk ritje bergop met zicht op datzelfde helse verkeer.



Helemaal top-blij voelden we ons toen we aankwamen bij het museum. Wat een architectuur, wat een mooie tuin, zelfs de prachtig stralende zon leek deel uit te maken van het complex. Sorry MAS, maar The Getty is het mooiste museum dat ik ken. En dan hadden we de binnenkant nog niet gezien.



Een bovenaards gevoel dat blijdschap overstijgt zoals de rand van de Grand Canyon de kloof overstijgt, maakte zich van mij meester toen ik plotsklaps een afbeelding van 'De Intrede van Christus in Brussel' zag staan in een brochure. Natuurlijk! Dat meesterwerk hangt hier!

Zenuwachtig as hell nam ik het liefje mee naar de Ensorzaal. En toen we binnenstapten konden we er niet naast kijken. De fanfare, de massa, de spandoeken, de maskers, de schreeuwerige kleuren en heel klein, maar toch centraal in het schilderij: Christus. Jezus, wat een fantastisch werk. In een filmpje dat je daar kon bekijken hoorde ik iemand zeggen dat er geen muzikaler schilderij bestaat en daar kan ik volledig inkomen. Als je lang genoeg blijft kijken dan hoor je op de duur opwindende jazz uit het schilderij schallen.


Ga dat zien! U zal er wel voor naar Los Angeles moeten afreizen want het schilderij is te fragiel om vervoerd te worden.

35, Mariposa (Californië), Rocky Raccoon (1968)

Een eerste schrijfsel over onze Amerika-reis. Over wasberen en etensresten.


‘Jawel, ik ruik het wel. Het zijn worstjes op de BBQ, een paar zijn nog niet helemaal doorbakken. Waarschijnlijk niet lang genoeg op het vuur laten liggen, zo ken ik ze wel, die ongeduldige toeristen van tegenwoordig.’
‘Ga dan even kijken, schat. Ik blijf met de kindjes hier in de boom wachten, ok?’
Papa wasbeer trippelde zo geruisloos mogelijk uit de boom en sloop langs de tent van de toeristen naar de picknicktafel. Hij zag een mooie rode huurwagen maar liet zich niet afleiden en concentreerde zich volledig op zijn neus. Komaan, liefste reukorgaan, waar zijn die worstjes, waar zijn die worstjes, fluisterde hij in een mantra tegen zichzelf. Hij had die lekkernij niet meer gegeten sinds die keer dat die Duitsers op dezelfde camping, gelegen in Mariposa vlakbij Yosemite, een mini-oktoberfest hadden georganiseerd. Om drie uur ’s middags tijdens de heetste dag van juli, godbetert. Ladderzat waren ze hun camper ingekropen en natuurlijk hadden ze niets opgeruimd. Bij de eerste schemering kon het eetfestijn voor de familie wasbeer beginnen. Die Duitsers hebben natuurlijk, dronken als ze waren, niets gehoord. Ik had ‘s ochtends hun gezicht wel willen zien, dacht papa wasbeer. 
‘Verdammt, hebben wij echt alles opgegeten gisteren? Ik dacht echt dat er nog zuurkool over was’, zo had het waarschijnlijk geklonken.

Papa wasbeer rook al snel waar die lekkere geur vandaan kwam. Even was er teleurstelling toen hij op de picknicktafel enkel twee blauwe borden zag met daarop wat etensresten. Eén likje en het zou op zijn, daar kon hij zijn gezin geen plezier mee doen. Maar al snel zag hij dat er onder die borden iets verstopt lag. Hij sprong atletisch op de picknicktafel om  het van dichtbij te kunnen bekijken en te besnuffelen. Zijn neus had maar enkele tellen nodig om worstjes (yes!) te herkennen maar ook half gebakken paprika en ui, koude tomaatjes met basilicum en een aardappel in de schil. Hier zullen ze blij mee zijn, wist hij, dat is zeker genoeg voor de hele familie. Hij bracht zijn staart in stelling en duwde met één slag het hele zootje op de grond. Een hels kabaal was het, zeker omdat er ook nog bestek op de borden lag. Hij zag meteen het plastieken bakje met de etensresten liggen.
‘Papa, papa, mogen wij nu komen, het ruikt zo lekker!’ riepen zijn drie kinderen in koor.
‘Ja, kom nu maar!’
De hele familie kwam voorzichtig uit de aanpalende boom en begon aan de lekkere maaltijd. Tot er plots een fel licht in hun ogen scheen vanuit de tent van de toeristen. Die waren zeker wakker geworden van dat kabaal.
‘Rustig blijven zitten, jongens. Als we niet bewegen dan zien ze ons niet.’
Even later ging het licht uit en konden ze verder smullen. Maar het smaakte zo goed dat de twee kleinste wasbeertjes te enthousiast werden. In een gevecht om het laatste stukje aardappel in de schil stootten ze de wasbak van de toeristen om. Alle potten en pannen vielen kletterend op de grond. Opnieuw ging er licht aan in de tent en niet veel later stapte een toerist, enkel gehuld in onderbroek en zaklamp en met duidelijke wallen onder zijn ogen, hun richting uit.
‘We blazen de aftocht! Kom, vrouw en kinderen, we zijn weg, het is goed geweest.’
Langzaam maar zeker zette de familie wasbeer zich in een rij van groot naar klein en nadat papa wasbeer het startsignaal had gegeven, schuifelden ze het struikgewas in, als een fanfare die een geslaagd feest afsloot. De kleinste wasbeer draaide zich nog één keer om en zag de bijna naakte toerist die opnieuw de tent inkroop. Het gegniffel van zijn liefje hoorden ze niet meer.  

het vuur waarop de worstjes gebakken werden: 



de bewuste picknicktafel met sporen van de wasbeerpoten:


het troostende zicht de volgende dag in Yosemite National Park:


muziek: Rocky Raccoon (wasbeer) van The Beatles: 




35, Los Angeles, I Love LA (1983)

Dag allemaal, wij zijn terug in Antwerpen. Mooie vakanties duren helaas niet lang. Snel volgen hier foto's en verhalen over 3.000 rijmijlen, drie nationale parken, vier grootsteden, gokwinsten, freeways, hamburgers, wasberen en spinnen. Maar, jetlag of niet, ik moet eerst iets van mij af schrijven.

Dankzij onze iPad en fantastisch veel gratis wifi in Amerika konden wij ons regelmatig te goed doen aan nieuws uit ons klein landje. De prestaties van de Rode Duivels, de nakende verkiezingen (in Amerika en bij ons) en de zogenaamde 'rellen' in Borgerhout natuurlijk. Als je enkel zou afgaan op de titels van de website-artikels van onze kranten dan vrees je eerst het ergste. Maar als je het artikel leest en via Facebook reacties van Borgerhoutse vrienden hoort, dan denk je: was het dat maar? Enkele heethoofden die in één straat amok maken? Geen gewonden, geen noemenswaardige schade? De politie die haar werk doet en de relschoppers oppakt? Nogmaals, is het dat maar? Dat de rest van Borgerhout die dag aan een geweldig volksfeest bezig was, dat wordt natuurlijk niet vermeld door onze media. En dan de reacties van onze politici en die van Bart De Wever in het bijzonder. Mijn Antwerpen-minnend hart kreeg een steek toen ik las dat 'het stad niet langer van iedereen kan zijn'. Ik heb er zelfs van wakker gelegen daar in Amerika. Meent hij dat nu? Waarom neemt hij niet wat tijd vooraleer te reageren? Laat het bezinken en zet het in perspectief. De beste analyse komt immers altijd achteraf, zie het geweldige stukje dat Bernard Dewulf schreef en dat vandaag in De Standaard Magazine staat.

Of neem afstand, dat helpt ook. Wij zaten in Los Angeles toen we het nieuws lazen. Zullen we anders daar eens vragen wat rellen zijn? Of in Parijs? Of nog dichter bij huis, in Molenbeek?  Het is een cliché maar wij hebben het in Antwerpen zo slecht nog niet. Wij hebben het zelfs heel goed. Wie de volgende burgemeester wordt van onze fantastische stad, dat zal de Antwerpse bevolking beslissen op 14 oktober. Maar dat het stad van iedereen is, daar kan niet voor gekozen worden. Dat is gewoon zo.



Zicht op Los Angeles vanuit Griffith Park. I love LA!






35, Naar Amerika, For America (1986)

Woensdag zijn we weg. Naar Amerika. Daar gaan we cool wezen in San Francisco, beren en het Hantavirus vermijden in Yosemite, slapen aan de oever van June Lake, vogels beloeren aan Mono Lake, zweten in Death Valley, het allemaal eens goed bekijken in Las Vegas, hiken in Zion, doen alsof we alleen zijn op de rand van Grand Canyon, paardrijden (zij) en mountainbiken (ik) in Sedona, de groepsfoto van U2's gelijknamige album gaan nadoen in Joshua Tree, cruisen over Rodeo Drive in Beverly Hills, dat ene liedje van The Thrills zingen in Big Sur en van dat alles afkicken in een hotel aan de luchthaven van San Francisco.

Daar hebben we natuurlijk fotografische bewijzen van nodig. Voor het nageslacht en voor de thuisblijvers. Daarom hebben we ons dit aangeschaft:


Een Fujifilm X10. Goed spul volgens de kenners. Nu moeten we er nog mee leren werken. Hierbij alvast wat testresultaten (copyright: het liefje).




11, Schoten, I'm A Believer (1966)

Het zit vol kleurstoffen, het is gevuld met het vergif suiker en allerlei kwalijke bewaarmiddelen. De smaak is na drie keer kauwen helemaal weg en wat rest in je mond lijkt op een kauwgom maar dan wel één die al jaren op een kassei van de Grote Markt heeft geplakt en waar hordes toeristen zijn over gewandeld. En honden. En de paarden van de paardentram.

Toch steek ik dezer dagen af en toe zo'n kleurrijk kauwgomballetje in mijn mond. Want het neemt me mee terug in de tijd. Na elke voetbalmatch met Simikos kregen we van onze 'afgevaardigde' een bonnetje om iets te nuttigen in de kantine. Dat ging dan meestal op aan een fris colaatje (bij aangename temperaturen) of een tas dampende oxo (in de winter). Maar als we wonnen dan kregen we twee bonnetjes. Jongens, jongens, wat een feest. Dat tweede bonnetje werd dan gebruikt om een zakje chips te kopen (mmmm) of een reep tutterfrut, want zo noemden wij kauwgom toen.

Ook toen al was de smaak van zo'n balletje heel snel uitgewerkt. En wat deed ik dan? Een nieuw balletje in mijn mond steken (let wel: zonder het eerste balletje uit de mond te halen). Dan volgde een derde, een vierde, een vijfde, ... tot er een soort strandbal van plaksel en kleur in mijn mond groeide. Heerlijk.

Dus toen ik die reep balletjes vorige week, een jaar of 25 later, in het Kruidvat zag liggen, twijfelde ik niet. Meenemen, die handel. 59 eurocentjes verloren en uren kauwplezier gewonnen!

Muzikaal voorzie ik vanavond dé bubblegum-hit aller tijden: The Monkees met I'm A Believer.





35, Antwerpen, I See A Darkness (2012)

Verjaardag nummer twee voor deze blog. Hiep hiep enzo.

Vieren doen we met één van de mooiste, triestige liedjes die ik ken, hier herwerkt tot een vrolijke meestamper. Ik weet het, dat klinkt volledig fout. En dat zou het ook zijn, ware het niet dat de grootmeester himself, Bonnie Prince Billy, verantwoordelijk is voor de cover van zijn eigen prachtnummer.

De oorspronkelijke versie staat op het album met dezelfde naam en die staat in deze mooie People's List van Pitchfork op nr. 109. Check zeker de rest van de lijst, al is het maar voor de coole lay-out.

Kijk en luister mee:


Al heel mijn leven, Introvert, Science of Silence (2002)

Waarschuwing: dit wordt een openhartig stukje tekst.

Ik zie het nog staan op talloze rapporten: Igor is een hele goede leerling met prima punten maar hij is te stil. Te introvert. Hij zou wat meer moeten loskomen en zijn mond open trekken. En dan zat ik, ondanks ‘een goed rapport’ toch met een slecht gevoel. Want ikzelf voelde dat ‘stil-zijn’ niet als slecht aan, maar vele anderen blijkbaar wel.

Waarom en wanneer is introvert een soort scheldwoord geworden, een teken van zwakte? Daar bestaan allicht heel veel studies over. Maar mij lijkt het simpel: er zijn extraverte en introverte mensen en er zitten er veel tussen de twee. Ze neigen, naargelang de situatie, naar het ene of het andere.

Een interview in de Humo van vorige week met Susan Cain deed me hierover weer volop nadenken. Zij schreef een boek met de titel ‘Stil. De kracht van introvert zijn in een wereld die niet ophoudt met kletsen.’ Het is de eerste keer dat ik zoveel onderlijnd en in fluo aangeduid heb in een Humo-interview. Bij de volgende quotes deden mijn wenkbrauwen vreugdedansjes van herkenning (voor alle duidelijkheid, hier is Susan Cain aan het woord):

- introverte mensen brengen graag tijd in hun eentje door
- de luidruchtigheid van een groep put ze uit en belemmert hun creativiteit
- (in de cafetaria van de school): ik had veel liever alleen aan een tafeltje gezeten, met een krant ofzo, maar dat kon niet
- (al schrijvend in een café): het gevoel dat ik mensen rond me heb en dat ik tegelijk in mijn eigen space kan zitten: heerlijk
- (op het werk) veel introverten hebben een heel sterk plichtsbesef, maar loyauteit kan leiden tot een onnodig schuldgevoel

En dat gaat zo maar door. Man, dat was leuk om lezen. Ook Wikipedia heeft er iets over te zeggen:

- introvert zijn wil niet zeggen: verlegen of asociaal, het wil wel zeggen dat de energie niet naar buiten is gericht maar op de eigen gedachten en gevoelens
- het zijn vaak rustige types (check), weloverwogen (check), beschouwelijk (check) en zijn liever alleen dan in een groep

Dat laatste klopt niet helemaal voor mij. Ooit zei Herman De Coninck: ‘Ik werk het best als ik alleen op mijn zolderkamer zit te schrijven terwijl de rest van het huis vol zit met medebewoners.’ En daar kan ik mij wel in vinden. Op café kan ik heel hard genieten van mijn vrienden die druk en enthousiast doen, zonder dat ik mij verplicht voel om mee te doen. In het beste geval voel ik mij dan een toeschouwer van de België-Nederland van enkele dagen geleden. Een eenzaat die graag in gezelschap is, zoiets. En zeker in het gezelschap van mijn geweldig lief.

Ik kan mij ook sociaal en energiek opstellen (en ik doe dat ook, bijvoorbeeld in werksituaties) maar dat kost mij gewoon meer moeite en energie dan een extravert persoon. Een beetje begrijpelijk allemaal? 

Nog twee leuke passages uit het interview:

- als je van woorden houdt dan is schrijven de ideale bezigheid voor een introvert persoon (yes!)
- jezelf even terugtrekken op het toilet, dat laadt je op, ik denk dat er geen introvert ter wereld is die het niet doet (yes!)

Al ga ik ook gewoon naar het toilet om mijn behoefte te doen, hoor. 

Conclusie: introvert betekent niet asociaal, introvert betekent niet verlegen, introvert is geen slechtere eigenschap dan extravert. Moge alle rapport-schrijvende leraren het meenemen naar het nakende nieuwe schooljaar!