‘Mag ik uw truitje
kapot knippen?’ vroeg de ambulancier met een reusachtige schaar in de hand. Ik lag
met een grimas vol pijn en een lijkbleek aangezicht in de ziekenwagen.
‘Zijt gij op uw kop
gevallen? Mijn spiksplinternieuw Solo-truitje? Dat is dus wel het symbool
van jarenlange schrijfarbeid, het merchandiseproduct bij uitstek van mijn boek.
Als gij daar uw schaar inzet dan knipt ge veel meer kapot dan een prachtig, azuurblauw
stukje textiel. Dan is het alsof mijn boek pagina voor pagina wordt verscheurd
door hongerige wolven. Dan gaat zeker niemand mijn boek willen uitgeven en
bijgevolg zal niemand het ooit lezen. Nee dus, ik hou mijn truitje aan.
Ik ben niet bijgelovig maar dit lot wil ik niet tarten. Trekt uw plan ermee.’
Die woorden sprak ik
in gedachten uit. Wat er effectief uit mijn mond kwam, is het volgende:
‘Euh … moet dat
echt? Liever niet eigenlijk, ik ben er nogal aan gehecht.’
‘Ja, het moet. Het
was eigenlijk geen vraag, eerder een waarschuwing.’
En hop, daar ging de
schaar. Mijn dag was nu helemaal naar de kloten.
Ik was niet alleen
toen ik met mijn koersfiets in het decor van de retro Ronde van Vlaanderen
belandde, ook kompaan Bart had van jan. Hij ziet er niet uit (denk aan het gezicht
van een bokser die al heel de match slagen incasseert en op het punt van KO
staat) maar mankeert voor de rest relatief weinig. Ik daarentegen zie er prima
uit, al zeg ik het zelf. De eerste seconde na de crash dacht ik zelfs dat ik er
helemaal zonder kleerscheuren was vanaf gekomen. Ik voelde enkel wat jeuk aan
mijn benen want ik was los in de brandnetels gevallen.
Toen begon mijn
rechterschouder zich te roeren. Verschrikkelijk veel pijn wees later, in de
bouwwerf die het ziekenhuis van Oudenaarde momenteel is, op deze diagnose: een schouder uit de
kom met een gebroken sleutelbeen erbij. De schouder werd dezelfde avond opnieuw
in de kom gezet, gelukkig onder narcose. Vier dagen later zette een chirurg de
drie stukken sleutelbeen opnieuw aan elkaar.
Ik ben nog wel even
thuis om te herstellen. Mijn favoriete bezigheden fietsen en schrijven zullen
er een hele tijd niet bijzijn (u wil niet weten hoe lang ik gedaan heb om dit
bericht te typen). Maar deze schrijvende coureur (of fietsende schrijver als u
wil) komt terug, dat staat zo vast als mijn operatief aan mekaar gezet
sleutelbeen.