Het Rookverbod. Ineens was het er. Zo on-Belgisch snel. Goed getimed, dat geef ik de rookverboduitvoerders wel na. Zelfs in een slechte zomer (ja Frank, het was gewoon slecht, geef het toe) is het niet onaangenaam om uw cafépartners even in de steek te laten en buiten een sigaretje te roken met uw rookvrienden. En ondertussen maar smirten natuurlijk. Maar ook dit jaar maakt de herfst zijn intrede. En is het wegens wind en regen en regen en wind niet meer zo aangenaam om buiten aan de deur te moeten gaan staan. Cafébazen hebben daar oren naar. Ik ken nu al een handvol cafés waar de baas 's avonds zegt: "zet die asbakken maar terug op tafel". En meer hebben rokers niet nodig, verbod of niet. Dus er wordt weer vrolijk gepaft, binnen.
Gedaan is die heerlijke periode van thuiskomen na een avondje pintjes drinken en de kleren niet meteen in de wasemmer te moeten smijten wegens een stank van dat kan toch niet meer. Wat mij betreft hét absolute voordeel van het rookverbod: je kan opnieuw met een proper hemdje op café gaan en dat hemdje de dag erop gewoon opnieuw aandoen. Zonder daar een halve fles Febreze Textil te moeten opspuiten.
Maar er is ook wel een klein voordeeltje aan het negeren van het rookverbod. Een song als I Hope I Don't Fall In Love With You van Tom Waits schreeuwt gewoon om een smoky barroom. En zo ligt de kerk in het midden, zoals zo vaak.
Gedaan is die heerlijke periode van thuiskomen na een avondje pintjes drinken en de kleren niet meteen in de wasemmer te moeten smijten wegens een stank van dat kan toch niet meer. Wat mij betreft hét absolute voordeel van het rookverbod: je kan opnieuw met een proper hemdje op café gaan en dat hemdje de dag erop gewoon opnieuw aandoen. Zonder daar een halve fles Febreze Textil te moeten opspuiten.
Maar er is ook wel een klein voordeeltje aan het negeren van het rookverbod. Een song als I Hope I Don't Fall In Love With You van Tom Waits schreeuwt gewoon om een smoky barroom. En zo ligt de kerk in het midden, zoals zo vaak.