Warme dranken. Af en toe drink ik koffie (na een copieuze maaltijd op restaurant), warme chocomelk (na te zijn weggewaaid aan zee, met een pannenkoekje of twee erbij), vroeger warme melk (voor het slapengaan, met honing), glühwein (tja, rond Kerstmis zeker) en Oxo (één keer, na een voetbalmatch van de Miniemen van Simikos in de kantine, man dat was slecht, het slechtst gespendeerd bonnetje ever!).
Ik drink vooral veel thee. Al mijn hele leven lang. Bij het ontbijt, bij de boterhammen 's middags, 's avonds in de zetel. En op het werk. Slappe thee op chirokamp. Straffe kost (en liters ervan) tijdens het studeren vroeger. Na het eten. In elk seizoen. Vroeger met twee klontjes suiker, nu volledig suikerloos. Allerlei smaken. Soms met melk, soms met citroen. Af en toe met een koekje. In gezelschap maar meestal alleen. Mijn tasje thee en ik, de relatie die maar blijft duren.
Vandaag zorgden een herfstige boswandeling, een lichte vermoeidheid na een zware uitspatting (zoals het feest van gisteren op de dansboot gecatalogeerd kan worden) en aangenaam gezelschap voor de perfecte omstandigheden om weer eens heel hard van een paar tassen thee te kunnen genieten. Blij kunnen zijn met kleine dingen, de troost spat ervan af ...
Halt! Voor het te melig wordt. Wiser van Buffalo Tom gaat over autumn leaves, jasmine tea, comfort en wisdom en geeft perfect dit gevoel weer. Vind ik toch. James, can you fix me another tea?